|
Wolfhonden en wolven Alles over dieren vergelijkbaar met de TsW... informatie over andere wolfhonden: Lupo Italiano, Indian Dog... |
|
Thread Tools | Display Modes |
10-05-2013, 11:50 | #1 |
Junior Member
Join Date: Nov 2011
Posts: 238
|
"Met wolven leven" in Duitsland (lang maar IMO interessant)
Ik kwam zojuist op het blog van Elise Schokker (http://schokker-elise.blogspot.nl/20...fen-leben.html) deze door haar van het Duits vertaalde brochure tegen:
"Uittreksel “Mit Wölfen leben: Informationen für Jäger, Förster und Tierhalter in Sachsen und Brandenburg”, von Gesa Kluth & Ilka Reinhardt - Wildbiologisches Büro LUPUS Dit is een uittreksel van de brochure "Mit Wölfen leben". Het is geen vertaling; daartoe is mijn Duits niet goed genoeg. De brochure is in het Duits te downloaden via: http://www.wolfsregion-lausitz.de/im...0leben_neu.pdf De laatste wolf in Duitsland werd geschoten in 1904 in Lausitz, Saksen. Vanaf de 2e wereldoorlog zwierven individuele wolven door Duitsland, maar ook deze wolven werden allemaal afgeschoten. Pas vanaf 1990 is de wolf in heel Duitsland een beschermde diersoort. Helaas zijn er sinds die tijd nog wel gevallen van illegaal afgeschoten wolven bekend. In 2000 werden in Lausitz de eerste welpen geboren. Inmiddels is de wolf bezig zich door heel Duitsland te verspreiden. De wolf kan alleen succesvol terugkeren in een gebied als mensen die wolven in zijn nabijheid tolereren. Ervaringen uit andere Europese landen hebben geleerd dat mensen en wolven, zelfs in dichtbevolkte gebieden, prima kunnen samenleven. Dan zullen het vooral de mensen zijn die zich moeten aanpassen aan het voorkomen van wolven in hun omgeving. De meeste conflicten komen voor wanneer wolven zich vergrijpen aan het vee. Het is nodig beschermingsmaatregelen voor het vee en huisdieren te nemen. Wanneer een wolf desondanks een dier aanvalt, dient de schade te worden vergoed. Het doel van de brochure is om jagers, boswachters, schapenhouders en andere houders van dieren en vee en mensen die in gebieden wonen waar zij met wolven te maken kunnen krijgen meer kennis over wolven te bieden en ongegronde angsten en zorgen weg te nemen, waardoor conflicten mogelijk te vermijden zijn. Actuele verspreiding van wolven in Duitsland en West-Polen Het merendeel van de ongeveer 600 wolven in Polen leven in het Oosten en Zuid-oosten van Polen. In West-Polen zitten minder wolven. Vanaf ongeveer 1990 zwerven er individuele wolven over de militaire oefenterreinen van Oberlausitz (Saksen). Vanaf 2000 vindt er voortplanting plaats. Al in 2002 heeft één van deze welpen een eigen territorium ca. 20 km westelijker. Tussen 2004 en 2008 heeft deze “Neustadter Wolfin” ieder jaar jongen gekregen. Vanaf 2007 zijn er ook wolven Noord-West getrokken naar Brandenburg; in 2009 zijn de eerste welpen geboren in Brandenburg. Het Lausitzer wolvengebied is ca. 2500 km2 groot en valt zowel in Saksen, Brandenburg als Polen. Hier leven ongeveer 35 tot 50 wolven. Tussen 2002 en 2008 zijn ongeveer 40 tot 60 jonge dieren weggetrokken naar andere gebieden; 5 geslachtsrijpe jonge dieren zijn in het gebied achtergebleven. Het is niet duidelijk hoeveel wolven er nu in Duitsland rondzwerven. Pas wanneer wolven een territorium bezetten, worden ze opgemerkt. In 2009 worden de eerste wolvenwelpen buiten Lausitz ontdekt. Helaas wordt de vader van deze welpen illegaal afgeschoten. Desalniettemin zijn er nu zeven gebieden in Noord-Oost Duitsland, Nedersaksen en Hessen waar wolven zich gevestigd hebben. Ook in Brandenburg zitten wolven met welpen. Brandenburg wordt beschouwd als de meest geschikte deelstaat van de Bondsrepubliek met de meeste ruimte voor wolven. Wolven in de wet In 1979 werd de wolf bij de Conventie van Bern opgenomen als streng beschermde diersoort. De Flora en Fauna Habitat richtlijnen verlangen bijzondere beschermingsmaatregelen voor de wolf. Opzettelijk verstoren, vangen of doden van wolven is verboden. Op het opzettelijk, dan wel per ongeluk doden van een wolf staat een geldboete of een gevangenisstraf van maximaal 6 maanden of maximaal 5 jaar. In de DDR mocht er het hele jaar op de wolf gejaagd worden. Vanaf 1990 valt met de eenwording de wolf in heel Duitsland onder de zwaarste beschermingsmaatregelen. De verantwoordelijkheid voor handhaving van deze maatregelen en bestuur liggen bij de deelstaten. In Polen is de wolf al sinds 1998 beschermd, maar er kan in uitzonderlijke gevallen toestemming gegeven worden een wolf af te schieten. Aanspreekpunten over de wolf in Saksen Kontaktburo Wolfsregion Lausitz: voor alle vragen van mensen met betrekking tot wolven; informatiebureau over wolven. Stafofficier van de overheid: informeert eigenaren van dieren over beschermingsmaatregelen tegen wolven en over vergoedingen bij aanvallen van wolven op vee/dieren. Wildbiologisch Buro LUPUS: wetenschappelijk bureau over wolven. Wolven als jachtconcurrent Wat betekent het voor een jager of boswachter wolven in je gebied te hebben, en welke invloed heeft de wolf op het wildbestand? In andere landen is veel onderzoek gedaan naar het effect van wolven op het wildbestand, maar daaruit zijn geen eenduidige resultaten. Het effect is van verschillende factoren afhankelijk. Kennis hierover komt van onderzoek uit Amerika, Europa en Azië naar wolven en hun prooien. De wolf zit nu zo’n 10 jaar in Duitsland. De wolf staat aan de top van de voedselketen. Zijn succes is afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en het al dan niet voorkomen van ziektes, maar de wolf heeft geen natuurlijke vijand. Het territorium van een roedel moet dusdanig groot zijn, dat het zichzelf kan voeden. Roedel = een familie Wolven leven in sociaal verband, de roedel. Een wolfsroedel bestaat uit twee volwassen dieren en hun welpen uit de laatste twee jaren. Jonge wolven gaan tussen hun 10e en 22e maand uitzwerven. Bij vrij levende wolven is er geen competitieve rangorde, zoals die wel voorkomt bij wolven in gevangenschap. Het teefje wordt in de winter loops en de paring vindt eind februari, begin maart plaats. De jongen worden na ca. 63 dagen geboren rond eind april of begin mei. Een worp bestaat uit 4 tot 8 welpen. De grootte van het territorium van een roedel is afhankelijk van het voedselaanbod. Hoe kleiner het voedselaanbod, hoe groter het territorium. Het voedselaanbod bepaalt ook het aantal wolven. Een kleiner voedselaanbod in een territorium, leidt tot minder nakomelingen. Omdat jonge geslachtsrijpe wolven uitzwerven, blijft het aantal wolven in een territorium relatief stabiel. De territoria in Saksen zijn tussen de 250 -300 km2 groot, en worden bevolkt door 6 tot 10 wolven. Uitzwervende jonge wolven leggen honderden kilometers af. Dit is aangetoond door gezenderde wolven te volgen. Een gezenderde wolf legde 1500 km af. Wat eten wolven? Onderzoek op uitwerpselen van wolven leveren gegevens over het dieet van wolven. Zowel wat ze eten en hoeveel. Wolven eten over het algemeen grote hoefdieren: reeën, herten en wilde zwijnen. Ook damherten en moefflons kunnen deel uitmaken van hun dieet. In Skandinavië eten wolven vooral elanden en rendieren. In Zuid-Europa eten ze ook vee en afval. In Lausitz bestaat het dieet van wolven voor ongeveer de helft uit reeën, een kwart bestaat uit herten en 17% is wild zwijn. Reeën zijn eenvoudiger te vangen als herten, maar één ree is niet voldoende voor de hele roedel. Een wolf moet dus meer jagen om voldoende voedsel te vangen dan als hij een hert zou vangen, maar omdat in Lausitz zoveel reeën voorkomen loont dat de moeite. Een klein percentage voedsel bestaat uit hazen, en zelfs vossen, marterhond en muizen, vogels, vis en vruchten. Slecht 0,5% bestaat uit vee, en dan uitsluitend schaap. Hoeveel eten wolven? Een wolf heeft dagelijks 5,4 kg. prooi nodig, waarvan hij 4 kg. daadwerkelijk kan verwerken; dat is één ree voor 4 dagen. Een roedel bestaat uit gemiddeld 8 wolven, waarvan 4 welpen, die ongeveer de helft nodig hebben dan een volwassen wolf. Een roedel eet dus voor 6 volwassen wolven; of anderhalf ree per dag. Berekeningen van wat een roedel per jaar aan prooi vangt in een gebied van 250 km2 wordt vergeleken met wat een jager in Oberlausitz vangt. De jager blijkt 10x zoveel te schieten. Hoeveel dieren er door wolven worden gedood, is ook afhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de prooidieren (gewicht?) en hoeveel er van de prooi wordt gegeten door andere aasdieren. Wolven eten ook aas en zieke of aangeschoten dieren. Een deel van de jonge dieren zou zeker door andere oorzaken sterven als het niet door wolven gedood zou worden. Hoe beïnvloedt de wolf de wildstand? De wolf vangt vooral jonge, oude of zwakke prooidieren. Gezonde, geslachtsrijpe dieren krijgen daardoor meer ruimte en voedsel, waardoor hun kansen om gezond nageslacht te krijgen vergroot. Bovendien voorkomt het opruimen van zieke dieren verspreiding van (infectie)ziekten; de overlevende dieren zijn conditioneel vitaler. Vermijdingsstrategieën van wild. Prooidieren beschikken nog steeds over de juiste vermijdingsstrategieën om te ontsnappen aan wolven. Ze hebben geleerd aan jagers te ontkomen door 's nachts of in de schemer te grazen op open vlakten of zich verdekt op te stellen. Deze tactieken werken niet tegen wolven: wolven jagen net zo goed 's nachts en zij kunnen hun prooi op hun reuk ontdekken en verrassen. Prooidieren maken gebruik van het territorium op een manier waarop de kosten-baat verhouding tussen voedselopname en vijandvermijding het gunstigst is. In een natuurlijke situatie grazen grote hoefdieren als herten in groepen overdag op grote open vlakten. Hier is voldoende voedsel en zij zien hun vijanden over grote afstand. Bovendien zijn er vluchtmogelijkheden. Het overdag jagen van de mens heeft van deze dieren voornamelijk nachtdieren gemaakt. Wilde zwijnen vertrouwen op hun kracht. Wolven in Oberlausitz jagen vooral op jonge zwijnen. Reeën zijn klein en solitair levend. Hun enige vermijdingstactiek is niet op dezelfde tijd naar dezelfde plek gaan om te grazen, waardoor de voorspelbaarheid van hun aanwezigheid verkleind wordt. Wolf of Jager? In Lausitz zit op ieder 100 ha 0,02 tot 0,04 wolven tegen één jager. Wild zal zich naar verwachting vooral weren tegen jagers, maar het al zich ook aanpassen aan de wolf. Zo is het grazen in grote groepen voor herten zinvol tegen alle soorten vijanden. Betekent de wolf onrust in het gebied? Zelfs al weten prooidieren hoe zij zich kunnen weren tegen wolven in hun gebied, zij hebben wel enige tijd nodig om die tactieken succesvol toe te passen. Tot die tijd is het mogelijk dat de invloed van de wolf in het gebied zichtbaar is. Wild wordt minder voorspelbaar, en ook de jager moet zich daaraan aanpassen. Voor de wolf gunstige jachtgebieden kunnen door het wild langdurig gemeden worden. Het wild blijkt zich verrassend snel aan te passen zodra een wolf in hun gebied opduikt. Zij leren snel inschatten of een passerende wolf gevaarlijk is of kan worden. Veranderend gedrag van wild is niet altijd toe te schrijven aan (mogelijke) aanwezigheid van wolven. In Lausitz verandert het landschap snel door de toenemende bruinkoolafgravingen. De afgelopen 20 jaar zijn er veranderingen geweest in beheer van bossen en agrarisch beheer in de voormalige DDR. Het recreatief gebruik van het gebied is toegenomen en mogelijk laten klimaatveranderingen zich al gelden. Hierdoor is het lastig één oorzaak aan te wijzen voor het veranderend gedrag van het aanwezige wild. Betekent de aanwezigheid van wolven een afname van de wildstand? Een belangrijke vraag voor veel jagers en terreinbeheerders is of de wildstand op den duur afneemt als er wolven in een gebied zijn. In de regel geldt dat het aantal prooidieren roofdierstand reguleert en niet andersom. De invloed van roofdieren op prooidieren hangt van verschillende factoren af. De habitat, het weer, de hoeveelheid voedsel, voedselconcurrentie en menselijke bejaging zijn de belangrijkste. In Duitsland zijn grote verschillen tussen gebieden wat de wildstand, de intensiteit van de menselijke jacht, het bos- en agrarisch beheer, het landschapgebruik, de dichtheid van het stratennet en het recreatief gebruik. Zolang de mens minder jaagt dan het wild aangroeit, is er geen probleem dat wolven ook in het gebied jagen. Wordt er meer geschoten, dan zal de combinatie jagers-wolven tot een afname van de wildstand leiden. Ontwikkeling van de Wildstand in Lausitz vergeleken met de wildstand in Saksen. Vooral harde of milde winters zijn van invloed op de wildstand. Geen enkel gebied waarin de wolf is verschenen heeft geleid tot een zichtbare afname van de wildstand of tot achteruitgang van het jachtgebied ten opzichte van gebieden waar geen wolven voorkomen. Ook in de wolvengebieden zitten niet overal wolven. De wilde zwijnenstand heeft geen enkele nadelige invloed ondervonden van de aanwezigheid van wolven; eerder het tegendeel. Uitzonderingen Wildsoorten die door mensen geïntroduceerd zijn uit gebieden waar nooit wolven voorkwamen of uit een ander habitat komen kunnen een makkelijke prooi voor wolven vormen en zo gedecimeerd of uitgeroeid worden. Een voorbeeld zijn moefflons, die zich in hun natuurlijke habitat kunnen terugtrekken op steile rotswanden. Concurrent of bondgenoot? De aanwezigheid van wolven kan ertoe leiden dat er minder jonge dieren in een gebied voorkomen. Daar staat tegenover dat het wild in het wolvengebied conditioneel sterker is, minder ziektes hebben en een gewichtiger leeftijdopbouw. Vooral bij de wilde zwijnenjacht kan de wolf een bondgenoot van de jager worden, omdat hij net als wilde zwijnen 's nachts actief is en de voor jagers onbereikbare plekken kan bereiken. Wolven en wolfssporen herkennen Wanneer een wolf langer op één plek zit, kan hij herkent worden door prenten, uitwerpselen en prooiresten. 's Winters laten wolven urinemarkeringen achter. Onderscheid tussen wolven en honden Veel noordelijke hondenrassen, zoals de Syberische en Alaska Husky, de Alaskaanse Malamut, Westsyberische Laika en de Tschechoslowaakse wolfshond lijken sterk op wolven. Wolven kunnen er in de zomer sterk verschillend uitzien als in de winter. In de winter is hun vacht dicht en lang behaard, waardoor hij dik en gedrongen lijkt. 's Zomers lijkt hij slanker, met langere poten, slungelachtiger. De staart is dunner en de oren lijken langer. De belangrijkste verschillen tussen wolf en hond: De wolf heeft in de zomer een magerder voorkomen, lange benen en een smallere borstkas, schofthoogte 60 tot 80 cm, waarbij een hond compacter, kortere benen, bredere borstkas heeft en een schofthoogte tot 65 cm. De wolf heeft een lange rechte staart, meestal naar beneden hangend, en nooit over de rug gebogen zoals bij sommige honden, waarbij de staart meestal langer is en gebogen of gekruld. De wolf heeft een grote, brede kop, felle kleuren vanaf de onderkant van de snuit tot aan de keel. Het gezicht is vaak contrastrijk gekleurd, maar een wolf heeft geen masker. Gemiddeld kleinere, driehoekige oren, altijd recht overeind. Meest felle, lichtgekleurde ogen, in tegenstelling tot een hond die meest donkere ogen heeft. Kleur is grauw met felgele of bruinachtige tinten, vaak een donkerder zadel op de rug tot op de schouders." Deel 2 hieronder... |
10-05-2013, 11:50 | #2 |
Junior Member
Join Date: Nov 2011
Posts: 238
|
"Wolfssporen herkennen
Afdrukken van hondenpoten zijn nauwelijks te onderscheiden van afdrukken van wolvenpoten. Bij beiden zijn zowel de voor- als de achterpoten opgebouwd uit vier teenkussens met een voetkussen. Bij de voorpoten is het voetkussen ook daadwerkelijk in de afdruk te zien, omdat de wolf zijn achterpoten minder belast. De wolf heeft grotere voor- als achterpoten. De wolfsvoorvoet meet tussen de 8,5 en 9,5 cm, hoewel er grote verschillen tussen rueen en teefjes kunnen zijn. De voorvoeten van de wolf zijn ca 1 cm langer dan ze breed zijn, en 1 cm langer dan de voeten van de achterpoten. Afdrukken van hondenpoten zijn ronder; even lang als breed. De geregen gang Een door wolven vaak gebruikte manier van voortbewegen is middels de "geregen gang" (letterlijke vertaling vanuit het Duits). De wolf zet hierbij zijn achterpoten precies in zijn voorpoten, zodat er een dubbele afdruk ontstaat. Het spoor is een rij op gelijkmate afstand geplaatste pootafdrukken, als een ketting. De afstand tussen de pootafdrukken ligt tussen de 1,10 en 1,50 m. Deze manier van voortbewegen is meest energiebesparende gang en typisch voor de wolf. Ook de meest gelijkende hondenrassen gebruiken deze manier van lopen vaak, maar de afstand tussen de afdrukken is dan kleiner, en ook de poten zijn kleiner. In losse sneeuw en mul zand lopen honden ook vaak op deze manier. De schuine gang Hierbij loopt de wolf met zijn lichaam schuin naar voren. De wolf zet de kleinere achterpoten schuin voor de grotere voorpoten neer. Er ontstaan dus twee afdrukken met gelijke afstand daartussen. De wolf loopt op deze manier sneller als bij de geregen gang, en de afstand tussen de afdrukken zullen dan ook groter zijn. Deze manier van lopen wordt ook vaak door honden gedaan. Wanneer honden niet meelopen met een auto of een fiets, zal een hondenspoor meer verschillende manieren van lopen hebben. Een wolf loopt langere tijd dezelfde gang. De galop Zowel honden als wolven zetten eerst beide voorpoten na elkaar neer, de achterbenen lopen de voorpoten voorbij en worden kort na elkaar neergezet. Bij een terughoudende galop ontstaan vaak groepen van vier pootafdrukken van zowel de voor- als de achterpoten, waarbij eerst de achterpoten en daarna de voorpoten na elkaar neergezet zijn. De afdruk van de achterpoten is minder diep als van de voorpoten en de afstand tussen de groepjes afdrukken is groter dan bij de volle galop. In volle galop liggen de afdrukken bijna in een rechte lijn, waarbij de afstand tussen iedere afdruk ongeveer even groot is; deze manier van voortbewegen wordt soms verward met de geregen gang. Door snelheid van het dier in de galop is de afdruk van de poten vaak gespreider, en zijn de klauwen goed zichtbaar, waardoor het vrijwel onmogelijk is om deze afdrukken van een grote hond te onderscheiden. De wolf heeft een voorkeur voor de geregen gang; hij doet dit ook over langere afstanden op vaste ondergrond. Honden doen dit veel minder; zij lopen liever in schuine gang of galop, en zij verwisselen nogal eens van gang. Mogelijke wolfssporen documenteren Een spoor in geregen gang dat mogelijk door een wolf gemaakt is, moet over langere afstand geanalyseerd worden. De lengteafstand tussen de pootafdrukken moeten minimaal drie maal gemeten worden, en van minstens drie dubbele pootafdrukken de lengte en de breedte. Documentatie Een uitgeklapte duimstok van 2 meter langs minimaal drie opeenvolgende dubbelafdrukken leggen en loodrecht van boven fotograferen. Een dubbelafdruk met een lineaal erlangs loodrecht van boven fotograferen. Afmetingen tussen twee dubbelafdrukken noteren. Afmetingen van een dubbelafdruk lengte x breedte. Uitwerpselen en urinemarkeringen Uitwerpselen van wolven bevatten haren en vaak grote botresten. Een wolvenkeutel is minstens 2,5 cm dit en vaak langer dan zo’n 20 cm. Wolven poepen vaak op wegen, paden of kruisingen van wegen en met opzet opvallend. Wolven geven zo visueel en op geur aan dat dit territorium bezet is. Is een territorium eenmaal bekend, dan zal men vaak weer nieuwe uitwerpselen op dezelfde plekken vinden. Het enige verschil met uitwerpselen van de vos is de grootte, en de aanwezige botresten in wolvenuitwerpselen. Het enige mogelijke verschil met grote honden die wild te eten krijgen, is dat honden vaak buiten de paden poepen. In de uitwerpselen zitten behalve haren en botten en schalen ook afgestorven darmcellen aanwezig, aan de hand waarvan mogelijk DNA geisoleerd kan worden, en waaraan bepaald kan worden of het om een wolf gaat en om welk individu. Verse uitwerpselen moeten daartoe in alcohol geconserveerd worden. Uitwerpselen documenteren Noteer van mogelijke wolfsuitwerpselen de dikte en de lengte en maak een beschrijving van de vindplaats. Maak foto's van het uitwerpsel met een lineaal ernaast, en van de omgeving. Verzamel het uitwerpsel in een plastic zak met vindplaats, datum en naam van vinder en stuur dit op aan het regionaal wolvenbureau of aan het Wildbiologisch bureau LUPUS in Saksen. Het wildbiologisch Bureau LUPUS verstuurd op aanvraag een formulier met protocol voor documentatie. (In Nederland zou ik adviseren contact op te nemen met de zoogdiervereniging VZZ: www.zoogdiervereniging.nl). Urinemarkeringen zijn van geslachtsrijpe wolven met een territorium. Teefjes scheiden in de paartijd enige weken lang bloed af, dat in urinemarkeringen en op plekken waar ze gezeten of gelegen heeft zichtbaar is. Prooiresten Wolven zijn efficiënte jagers, die hun prooi snel doden, zodat zij zelf verwondingen van het zich werende dier kunnen voorkomen. Middelgrote prooidieren zoals het ree, worden snel met één beet in de nek gedood. Behalve de vier gaten van de hoektanden hebben de dieren geen andere verwondingen. In tegenstelling tot door onervaren honden gedode dieren, die meest veel en zware verwondingen hebben. Een hond schudt zijn prooi heen en weer, waardoor grote uitgescheurde hoektandengaten ontstaan. Weinig honden kunnen zo efficiënt doden als wolven. Grotere prooien worden ook door wolven van verschillende kanten aangevallen en verwond, voordat de wolf het op de grond kan dwingen om het te doden. Er is dan niet altijd een goed zichtbare nekbeet. De verwondingen zijn wel altijd zwaar en met veel kracht uitgevoerd. Een wolf verslindt direct grote delen van de prooi, waardoor het niet altijd mogelijk is de preciese jachttechniek waarmee de prooi is gedood vast te stellen. Honden eten altijd maar weinig, terwijl wolven ook binnen korte tijd grote vleesdelen verslinden. Wanneer meer wolven een prooi doden, wordt het dier van verschillende kanten op verschillende plekken aangevroten. Wolven openen de buik en/of vreten het vlees van been en schouder. Vaak worden ook delen van de prooi afgescheurd en verstopt. Wanneer de wolven niet gestoord worden, komen ze vaak 's nacht terug en vreten het volledig op. Kleinere prooidieren worden meestal direct volledig opgegeten. Van grotere prooidieren resteren die Decke, de grote botten en bij herkauwers de inhoud van de pens of de pens zelf. Het merg van de grote botten van de prooi zeggen iets over de lichamelijke conditie van het dier: bij gezonde sterke dieren is het merg wit/geelachtig en stevig, bij zwakkere of oudere dieren is het rood/bruin en gelatineachtig. Prooi documenteren Documenteer de volgende gegevens en vraag een expert de vondst te bevestigen: - plaats, aantal en zwaarte van de wonden - plaats, grootte en aantal bijtwonden door de huid - doorsnee en afstand van de hoektanden van elke kaak - Opgegeten en ontbrekende delen van het dier. - de afstand waarover het prooidier versleept is. - Schets van de plattegrond tot de plek waar het dier is achtergelaten. Indien mogelijk foto's met duimstok ernaast maken. Wolven en honden Wolven zijn de voorouders van onze honden en wolven zien honden vaak als soortgenoten. Omdat honden zich niet gedragen als wolven, kunnen er misverstanden ontstaan die voor de hond dodelijk kan aflopen. Aan de andere kant kan het ook gebeuren dat wolven en honden met elkaar paren. De nakomelingen hiervan (hybriden) vormen een soortbeschermingsprobleem. Concurrentie De meeste honden in wolvengebied zullen nooit een wolf tegenkomen. Honden en wolven communiceren met elkaar via geursporen. Overdag markeren honden hun gebied, welke markeringen ‘s nachts door wolven worden “overschreven”. Zolang honden overdag en wolven ‘s nachts door het gebied rondlopen is er niets aan de hand. Conflicten kunnen voorkomen wanneer honden, los van hun baas in het wolvengebied rondlopen en daar wolven treffen. De wolven zullen de honden als indringers gaan zien en hen willen verjagen. In Zweden komen bij de elandenjacht jaarlijks zo’n 10 tot 20 van dergelijke ontmoetingen voor, waarbij de hond de wolf opjaagt, en die meestal slecht voor de hond afloopt. Het is niet de wolf die de confrontatie zoekt, een wolf zal een andere wolf of hond in het territorium van een ander altijd voorzichtig benaderen. In Lausitz is het één maal voorgekomen dat een jachthond een wolvin opjoeg en met beetwonden naar zijn baas terugkeerde en het avontuur helaas niet heeft overleefd. Wanneer wolven niet opgejaagd worden door honden, of wanneer ze door het lawaai en het geblaf gewaarschuwd worden, hoeft er geen treffen tussen honden en wolven plaats te vinden, zelfs niet bij de jaarlijkse jachtpartijen in Lausitz. De beste bescherming voor een hond in wolfsgebied is de nabijheid van zijn baas. Wolven zijn alleen geïnteresseerd in hun verwanten, niet in de mens. Paringspartner Als er weinig geschikte paringspartners in een gebied zijn, kan het voorkomen dat een in het wild levende wolf paart met een hond. Een wolf paart niet met nabije familie om inteelt te voorkomen. In een kleine populatie kan het voorkomen dat geschikte partners te nauwe familiebanden hebben. Dit kan ook voorkomen als een populatie sterk bejaagd wordt en waarin de sociale structuren steeds verstoord worden. In Lausitz is het voorgekomen dat de wolvin van Neustad, die zich in het buurtgebied van de roedel van haar ouders gevestigd had, een nest heeft geworpen van 9 hybride welpen. Hiervan hebben 4 de winter van 2003 -2004 overleefd. Om de soort te beschermen is het beter deze hybriden uit de natuur te verwijderen, vooral als het om zo'n kleine populatie gaat als in Lausitz. Twee van de hybriden van de wolvin van Neustad zijn levend gevangen. De anderen zijn sinds februari 2004 niet meer gezien. Vermoedelijk zijn ze niet meer in leven. Ook om hybriden van wolven te vangen of af te schieten, is een ontheffing nodig. Hoe meer wolven vanuit andere gebieden de kans krijgen het Pools-Duitse gebied te benaderen, hoe kleiner de kans op hybridisering van wolven. Wolven en vee Zijn wolven in veeteeltgebieden te tolereren? Wolven komen in relatief dichtbevolkte cultuurlandschappen voor, zoals in Spanje, Italië en Griekenland. Een wolf zal, gelijk ieder roofdier, de kans op een eenvoudige prooi niet voorbij laten gaan. Mensen hebben een hele reeks maatregelen ter beschikking om te voorkomen dat wolven of andere roofdieren zich aan hun vee vergrijpen. Het vee ‘s nachts op stal zetten, bescherming met schrikdraad of vee waakhonden is zeer effectief tegen aanvallen van grote roofdieren. In gebieden waar grote roofdieren zijn uitgeroeid of verdwenen is ook de kennis omtrent bescherming tegen grote roofdieren verdwenen. Waarom zou een wolf vee aanvallen? Het is niet waar, dat vee vaker slachtoffer wordt van wolven als er minder wild in een gebied voorkomt. Een wolf pakt die buit waar hij het gemakkelijkst aan kan komen. Schapen en geiten die extensief gehouden worden, zijn een gemakkelijke prooi. Paarden en koeien worden veel minder vaak aangevallen, omdat die groter en weerbaarder zijn. Is de wolf gevaarlijk voor de mens? Mensen zijn geen prooi voor wolven. Wolven zullen een ontmoeting met mensen proberen te vermijden. Wolven jagen ‘s nachts en tegen schemer. Ze worden zelden of nooit op klaarlichte dag gezien, maar ze wagen zich wel degelijk in door mensen bewoond gebied om te jagen. Wanneer iemand een wolf ziet die in zijn richting blijft lopen, dan heeft de wolf hem nog niet opgemerkt. Zodra de wolf de mens opmerkt, zal hij zich rustig van hem verwijderen. Wanneer een wolf in uw richting blijft lopen, dan dient u de wolf met luide stem en wilde gebaren wegjagen. Het wetenschappelijk bestuderen en monitoren van wolven dient er tevens toe wolven op te merken die zich regelmatig in de buurt van een dorp of een boerderij ophouden. Deze wolven moeten opnieuw angst voor mensen krijgen. In het managementplan voor de wolf in Saksen staan criteria wanneer gedrag tegenover mensen en vee als problematisch bestempeld moet worden en welke maatregelen daartegen genomen moeten worden. Wolven en schapen in Lausitz Sinds 2002 zijn er in 8 jaar tijd 231 schapen verdwenen of gewond geraakt door wolven of mogelijk door wolven. Tot 2007 steeg het aantal aanvallen door wolven door het toenemen van hun aantal in steeds groter gebied. Vanaf 2008 nam het aantal aanvallen af, terwijl er toen al 5 roedels in het gebied waren. De oorzaak van deze afname is de voorlichting aan dierhouders plus het vergoeden van de maatregelen die zijn genomen tegen wolvenaanvallen, zoals het aanleggen van schrikdraad. In gebieden waar (nog) geen wolven voorkomen, en waar nog geen beschermingsmaatregelen getroffen zijn, kunnen dieren gemakkelijk ten prooi vallen aan wolven zodra die het gebied bevolken. Het is dus zeer belangrijk, dat in de omringende gebieden rondom de bekende wolfsgebieden al voorlichting gegeven wordt aan dierhouders, zodat zij al voor de daadwerkelijke komst van de wolven hun maatregelen kunnen nemen of deze direct kan nemen zodra de eerste wolf het gebied binnentrekt. Er bestaat geen 100% bescherming tegen wolvenaanvallen, maar dierhouders kunnen met weinig inspanning al veel doen om hun dieren te beschermen tegen aanvallen van wolven. Mogelijke beschermingsmaatregelen Hekken In Lausitz worden schapen beschermd door omheiningen met schrikdraad. Wolven zullen niet snel over een hindernis heenspringen; zij zullen proberen er onderdoor te kruipen. Het is dus belangrijk dat een omheining strak en naadloos gespannen wordt en voorzien van voldoende stroom (minstens 2500 Volt). De omheining moet minimaal uit 5 draden bestaan, waarbij de onderste draad maximaal 20 cm boven de grond loopt. De omheining moet in totaal minimaal 90 cm hoog zijn (in Saksen), maar ervaringen uit andere Europese landen leren, dat een hoogte van 110 cm aanbevolen wordt. Wolven die erin slagen een niet goed afgestelde omheining weet te passeren, leert ook andere omheiningen te passeren. Worden de schapen ook ‘s nachts buiten gehouden, zorg er dan voor dat er voldoende ruimte voor de schapen is om weg te rennen binnen de omheining. Nadert er een wolf, dan zullen de schapen in paniek raken, en als ze niet weg kunnen, mogelijk uitbreken. Hekken zonder stroom Dit stuk begrijp ik met de beste wil van de wereld niet. Een extra brede band Wanneer een wolf geleerd heeft over de omheining te springen, is het aan te bevelen een extra breedband 30 cm boven het schrikdraad te spannen. Op het breedband zelf mag geen stroom staan; het dient alleen als optische barrière. Zodra bekend is dat een wolf geleerd heeft over een draad te springen, wordt men hier via de regionale media over geïnformeerd. Kuddewaakhonden Een van de oudste beschermingsmethoden voor vee is de inzet van kudde-waakhonden. De honden blijven als pup dag en nacht in de kudde zodat ze de schapen als familie gaan beschouwen en hen als dusdanig gaan verdedigen. Goed opgeleide kuddewaakhonden zijn een efficiënte bescherming voor de kudde tegen wolven, lynxen, verwilderde honden, wilde zwijnen en mensen. Per schapenkudde zijn minimaal twee volwassen kuddewaakhonden nodig, afhankelijk van de grootte van de kudde en van de grootte van ruimte waarin de kudde zich 's nachts bevindt. In Saksen en in Brandenburg zijn al schapenhouders die met kuddewaakhonden werken. Het zijn honden uit Zwitserland en Frankrijk en ze worden als aanvulling op bescherming binnen schrikdraadomheiningen gebruikt. Om ervaringen te horen van schapenhouders die gebruik maken van de honden, kan men contact opnemen met het Contactbureau Wolfsregio Lausitz of met de Saksische/Brandenburgse beamte voor adresgegevens. Lappenhek Een tijdelijke verdediging tegen wolvenaanvallen is een omheining met stukken stof. De lappen waaien in de wind en zullen voor de wolf een moeilijk in te schatten hindernis vormen. Dit trucje werkt maar even; als de wolven aan de lappen gewend zijn, zullen zij leren dat ze de omheining veilig kunnen passeren. In Saksen en Brandenburg kunnen dierhouders de lijnen gratis lenen." |
|
|